Een afwasmachine, koffiezet of printer die aangeven dat ze versleten zijn,
maar in werkelijkheid nog even mee kunnen. De Duitse econoom Stefan Schridde noemt het ‘geplande veroudering’ en doet twee fabrikanten een proces aan.
In ons land start Test-Aankoop een onderzoek.
Aan het woord is de 52-jarige Duitse bedrijfseconoom Stefan Schridde. Twee jaar geleden startte hij de burgerbeweging ‘Murks? Nein danke!’,
wat zich vertaalt als ‘Knoeiboel? Neen, bedankt!’.
Hij berekende dat alleen al in Duitsland jaarlijks 100 miljard euro bespaard kan worden als producten even lang zouden meegaan als in de jaren tachtig.
Daarom voert hij een kruistocht tegen wat ook wel geplande veroudering wordt genoemd:
het verkorten van de levensduur van een apparaat zodat de consument wordt aangemoedigd om sneller een nieuw exemplaar te kopen.
Dure reparatie
Nieuw is deze strategie niet – er zijn al gevallen bekend van in de jaren twintig – maar volgens Schridde zorgen de fabrikanten er steeds vaker voor dat hun product minder lang meegaat. “Tellers zijn er niet alleen in printers, maar ook in afwasmachines en koffiezetapparaten. Als je x aantal kopjes hebt gezet of x aantal keer de deur van de afwasmachine hebt geopend, krijg je de melding dat er een defect is opgetreden. En dat terwijl er in werkelijkheid niets mis is met het product.”
En daar houdt de geplande veroudering niet op. Schridde meent dat fabrikanten een reparatie bewust duur laten uitvallen of zelfs onmogelijk maken. “Denk maar eens aan een wasmachinepomp. Die kost in feite 30 euro, maar een opknapbeurt kan de burger tot 120 euro kosten. Ook zorgen de bedrijven ervoor dat hun onderdelen niet vrij verkrijgbaar zijn, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het merk Medion, dat wordt verkocht in de Aldi. Daardoor ben je verplicht om het apparaat bij hen binnen te brengen.”
Duurder niet beter
Zulke praktijken ontlopen is haast onmogelijk. Ook het kopen van duurdere merken, wat volgens velen garant staat voor een langere levensduur, zou niet helpen. “Een van de duurste wasmachines van Siemens wordt zowel in Duitsland als in Roemenië geproduceerd. Ze worden door elkaar verkocht voor dezelfde prijs, maar de ene gaat een stuk langer mee dan de andere. En er is geen enkele manier waarop jij als koper in de winkel kunt zien waar jouw machine vandaan komt.”
In Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland krijgt de beweging van Schridde navolging. In eigen land zat hij al rond de tafel met de partij Die Grünen en sprak hij met de milieuminister. Volgend jaar zet hij een volgende stap. “We zijn van plan om twee processen op te starten. Eentje in Oostenrijk, de andere in de Verenigde Staten. Tegen wie kan ik op dit moment nog niet zeggen, maar we gaan proberen te bewijzen dat fabrikanten ervoor zorgen dat hun producten voortijdig kapot gaan.”
Lastig te bewijzen
Bij ons plant Test-Aankoop een onderzoek naar geplande veroudering. Met de hulp van haar leden probeert de consumentenorganisatie via tests de slijtage in kaart te brengen. “We vermoeden dat er toestellen zijn die vandaag minder lang meegaan dan een paar jaar geleden”, zegt Jorge Peeters, hoofd van de dienst product en services. “Dat is lastig om te bewijzen, maar we gaan dit jaar nog een test doen met wasmachines. Ook gaan we rond dit thema samenwerken met onze Europese collega’s.”
Bron demorgen
30-04-2014
Blog witgoedsupport
